Notulen  gemeenteraad

Gelet op art. 32 en 277§1 van het decreet lokaal bestuur van 12 december 2017;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 134 §1 betreffende de bevoegdheid van de burgemeester om politieverordeningen te maken;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 135 §2 betreffende de bevoegdheid van de gemeenten om passende maatregelen te nemen om rampen en plagen, zoals epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 63, betreffende de bevoegdheden van de burgemeester die naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de
gemeente en voor dringende politieverordeningen eveneens bevoegd is voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 28 betreffende de openbaarheid van de vergaderingen van de gemeenteraad;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en verdere wijzigingen;

Gelet op de politieverordening van de burgemeester van 6 januari 2021 tot het laten doorgaan van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zoals gepland op 14 december 2020 in virtuele zitting met live-streaming in het kader van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

Overwegende dat de tweede besmettingsgolf van het COVID-19-virus in België en Europa ervoor zorgt dat maatregelen zich verder opdringen om de overdracht van het virus tegen te gaan door ondermeer de intensiteit en de duur van het contact tussen personen in een besloten ruimte te beperken;

Overwegende dat om de verdere verspreiding van het virus te verhinderen met het oog op de beperking van de uiterst ernstige gevaren voor de volksgezondheid reeds diverse maatregelen werden genomen door de federale overheid; dat het voor zich spreekt dat deze maatregelen strikt dienen te worden opgevolgd; dat lokale besturen hierin een belangrijke rol spelen;

Overwegende dat een lokaal bestuur de specifieke opdracht heeft om te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen; dat het behoort tot de taak en bevoegdheid van de gemeenten en van de burgemeester in het bijzonder tot het nemen van passende maatregelen om epidemieën, zoals de ernstige dreiging die het COVID-19-virus met zich meebrengt, te voorkomen;

Overwegende dat de gemeenteoverheden op grond van deze algemene politiebevoegdheid maatregelen kunnen nemen om de openbare orde in de ruimste zin van het woord binnen de gemeente te verzekeren; dat op grond van de artikelen 134 en 135, § 2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet de burgemeester bevoegd is voor de vrijwaring van de openbare orde (zijnde rust, veiligheid en gezondheid) op openbare en publiek toegankelijke plaatsen; dat hij een politieverordening kan maken bij onvoorziene gebeurtenissen waarbij het stilzitten kan leiden tot schade voor de inwoners;

Overwegende dat er dringend maatregelen moeten worden genomen om de verdere verspreiding van het Covid-19 virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid;

Overwegende dat een groot aantal inwoners van de gemeente Koksijde tot de meest kwetsbare groep behoort en bijzondere maatregelen zich opdringen ter bescherming van de gezondheid van deze bevolkingsgroep;

Overwegende de mogelijk de problematische situatie voor het referentieziekenhuis te Veurne in het geval van een effectieve grootschalige uitbraak in de gemeente;

Overwegende dat de lokale en provinciale besturen essentiële diensten zijn, waarvan de werking verzekerd moet worden;

Overwegende dat ook voor het voeren van vergaderingen lokale besturen de nodige maatregelen dienen te nemen en het goede voorbeeld dienen te geven

Overwegende de verklaring van de Wereldgezondheidsorganisatie met betrekking tot de noodtoestand inzake de openbare gezondheid op internationaal niveau van 30 januari 2020, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 als een pandemie werd verklaard door de Wereldgezondheidsorganisatie op 11 maart 2020, met een aanzienlijke verspreiding binnen Europa en België;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 die de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die aangeeft dat de situatie in Europa zeer onrustwekkend is en dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Overwegende dat ons land sinds 13 oktober 2020 op nationaal niveau in alarmniveau 4 (zeer hoge altertheid) zit;

Overwegende dat de huidige epidemiologische situatie nog steeds een drastische beperking van de sociale contacten en van de toegelaten activiteiten vereist;

Overwegende dat de tweede besmettingsgolf van het COVID-19-virus in België en Europa ervoor zorgt dat maatregelen zich verder opdringen om de overdracht van het virus tegen te gaan door ondermeer de intensiteit en de duur van het contact tussen personen in een besloten ruimte te beperken;

Overwegende dat om de verdere verspreiding van het virus te verhinderen met het oog op de beperking van de uiterst ernstige gevaren voor de volksgezondheid reeds diverse maatregelen werden genomen door de federale overheid; dat het voor zich spreekt dat deze maatregelen strikt dienen te worden opgevolgd; dat lokale besturen hierin een belangrijke rol spelen;

Overwegende dat een lokaal bestuur de specifieke opdracht heeft om te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen; dat het behoort tot de taak en bevoegdheid van de gemeenten en van de burgemeester in het bijzonder tot het nemen van passende maatregelen om epidemieën, zoals de ernstige dreiging die het COVID-19-virus met zich meebrengt, te voorkomen;

Overwegende dat de gemeenteoverheden op grond van deze algemene politiebevoegdheid maatregelen kunnen nemen om de openbare orde in de ruimste zin van het woord binnen de gemeente te verzekeren; dat op grond van de artikelen 134 en 135, § 2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet de burgemeester bevoegd is voor de vrijwaring van de openbare orde (zijnde rust, veiligheid en gezondheid) op openbare en publiek toegankelijke plaatsen; dat hij een politieverordening kan maken bij onvoorziene gebeurtenissen waarbij het stilzitten kan leiden tot schade voor de inwoners;

Overwegende dat er dringend maatregelen moeten worden genomen om de verdere verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid;

Overwegende dat een groot aantal inwoners van de gemeente Koksijde tot de meest kwetsbare groep behoort en bijzondere maatregelen zich opdringen ter bescherming van de gezondheid van deze bevolkingsgroep;

Overwegende de mogelijk de problematische situatie voor het referentieziekenhuis te Veurne in het geval van een effectieve grootschalige uitbraak in de gemeente;

Overwegende dat de lokale en provinciale besturen essentiële diensten zijn, waarvan de werking verzekerd moet worden;

Overwegende dat ook voor het voeren van vergaderingen lokale besturen de nodige maatregelen dienen te nemen en het goede voorbeeld dienen te geven;

Overwegende dat volgens de richtlijnen van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur het lokaal bestuur tijdens de huidige gezondheidssituatie autonoom beslist over de wijze van vergaderen; dat de vergadering fysiek, hybride of digitaal kan doorgaan; dat het Agentschap voor Binnenlands Bestuur in deze fase van de pandemie aanraadt de voorkeur te geven aan digitaal vergaderen;

Overwegende dat de keuze op welke wijze het bestuur vergadert, een weloverwogen keuze dient te zijn; dat een lokale afweging dient te worden gemaakt; dat hierbij ook de mogelijkheid om digitaal te vergaderen moet meegenomen worden; dat juridisch beschouwd de manier waarop vergaderd wordt fysiek, hybride of digitaal kan zijn en dat de afweging ligt bij het lokaal bestuur zelf;

Overwegende dat bij een fysieke vergadering het essentieel is dat de geldende richtlijnen rond hygiëne en social distancing worden gerespecteerd; dat bovendien de fysieke vergadering ook toegankelijk moet zijn voor pers en publiek; dat de openbaarheid een wezenlijke waarborg is voor de democratische werking van de gemeenteraad; dat de fysieke vergadering ook om gezondheidsredenen veilig moet kunnen doorgaan;

Overwegende dat gelet op de leeftijd en het profiel van bepaalde gemeenteraadsleden in Koksijde het niet raadzaam is om de vergadering volledig fysiek te laten doorgaan; dat bovendien Koksijde niet over een zaal beschikt waar onbeperkt publiek kan worden toegestaan en waar tegelijkertijd live kan worden gestreamd;

Overwegende dat er voldoende mogelijkheden bestaan om op een volledige digitale manier te vergaderen;

Overwegende dat tijdens de federale fase een gemeenteraad via videoconferentie kan worden georganiseerd waarbij de openbaarheid wordt gegarandeerd door live-streaming;

Overwegende dat na afweging blijkt dat een hybride vergadering in Koksijde niet tot de beste oplossing leidt; dat immers meerdere raadsleden aangeven zich niet naar de fysieke locatie te verplaatsen indien de mogelijkheid bestaat om de vergadering virtueel te houden; dat bovendien live-streaming van een fysieke zitting enkel mogelijk blijkt op een locatie waar de social distancing niet kan worden gegarandeerd;

Overwegende dat een volledige virtuele vergadering overzichtelijker is gelet op het feit dat meerdere raadsleden de vergadering fysiek niet wensen bij te wonen; dat op deze manier iedereen de kans wordt gegeven om aan de discussie deel te nemen en aan het publiek de mogelijkheid wordt gegeven om de zitting virtueel bij te wonen; dat dit minder haalbaar lijkt indien èn fysiek èn virtueel wordt vergaderd waarbij een groot deel van de raadsleden aangeeft fysiek niet aanwezig te zullen zijn en de locatie waar er kan live gestreamd worden niet voldoende garantie geeft dat met alle fysieke aanwezigen kan worden vergaderd zonder de regels inzake social distancing te overtreden;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 134 §1 betreffende de bevoegdheid van de burgemeester om politieverordeningen te maken;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 135 §2 betreffende de bevoegdheid van de gemeenten om passende maatregelen te nemen om rampen en plagen, zoals epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 63, betreffende de bevoegdheden van de burgemeester die naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de
gemeente en voor dringende politieverordeningen eveneens bevoegd is voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen;

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 28 betreffende de openbaarheid van de vergaderingen van de gemeenteraad;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en verdere wijzigingen;

Gelet op de politieverordening van de burgemeester van 13 januari 2021 tot het laten doorgaan van de gemeenteraadscommissies zoals gepland op 21 januari 2021 in virtuele zitting met live-streaming in het kader van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

Overwegende dat de tweede besmettingsgolf van het COVID-19-virus in België en Europa ervoor zorgt dat maatregelen zich verder opdringen om de overdracht van het virus tegen te gaan door ondermeer de intensiteit en de duur van het contact tussen personen in een besloten ruimte te beperken;

Overwegende dat om de verdere verspreiding van het virus te verhinderen met het oog op de beperking van de uiterst ernstige gevaren voor de volksgezondheid reeds diverse maatregelen werden genomen door de federale overheid; dat het voor zich spreekt dat deze maatregelen strikt dienen te worden opgevolgd; dat lokale besturen hierin een belangrijke rol spelen;

Overwegende dat een lokaal bestuur de specifieke opdracht heeft om te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen; dat het behoort tot de taak en bevoegdheid van de gemeenten en van de burgemeester in het bijzonder tot het nemen van passende maatregelen om epidemieën, zoals de ernstige dreiging die het COVID-19-virus met zich meebrengt, te voorkomen;

Overwegende dat de gemeenteoverheden op grond van deze algemene politiebevoegdheid maatregelen kunnen nemen om de openbare orde in de ruimste zin van het woord binnen de gemeente te verzekeren; dat op grond van de artikelen 134 en 135, § 2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet de burgemeester bevoegd is voor de vrijwaring van de openbare orde (zijnde rust, veiligheid en gezondheid) op openbare en publiek toegankelijke plaatsen; dat hij een politieverordening kan maken bij onvoorziene gebeurtenissen waarbij het stilzitten kan leiden tot schade voor de inwoners;

Overwegende dat er dringend maatregelen moeten worden genomen om de verdere verspreiding van het Covid-19 virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid;

Overwegende dat een groot aantal inwoners van de gemeente Koksijde tot de meest kwetsbare groep behoort en bijzondere maatregelen zich opdringen ter bescherming van de gezondheid van deze bevolkingsgroep;

Overwegende de mogelijk de problematische situatie voor het referentieziekenhuis te Veurne in het geval van een effectieve grootschalige uitbraak in de gemeente;

Overwegende dat de lokale en provinciale besturen essentiële diensten zijn, waarvan de werking verzekerd moet worden;

Overwegende dat ook voor het voeren van vergaderingen lokale besturen de nodige maatregelen dienen te nemen en het goede voorbeeld dienen te geven;

Overwegende de verklaring van de Wereldgezondheidsorganisatie met betrekking tot de noodtoestand inzake de openbare gezondheid op internationaal niveau van 30 januari 2020, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 als een pandemie werd verklaard door de Wereldgezondheidsorganisatie op 11 maart 2020, met een aanzienlijke verspreiding binnen Europa en België;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 die de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die aangeeft dat de situatie in Europa zeer onrustwekkend is en dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Overwegende dat ons land sinds 13 oktober 2020 op nationaal niveau in alarmniveau 4 (zeer hoge altertheid) zit;

Overwegende dat de huidige epidemiologische situatie nog steeds een drastische beperking van de sociale contacten en van de toegelaten activiteiten vereist;

Overwegende dat de tweede besmettingsgolf van het COVID-19-virus in België en Europa ervoor zorgt dat maatregelen zich verder opdringen om de overdracht van het virus tegen te gaan door ondermeer de intensiteit en de duur van het contact tussen personen in een besloten ruimte te beperken;

Overwegende dat om de verdere verspreiding van het virus te verhinderen met het oog op de beperking van de uiterst ernstige gevaren voor de volksgezondheid reeds diverse maatregelen werden genomen door de federale overheid; dat het voor zich spreekt dat deze maatregelen strikt dienen te worden opgevolgd; dat lokale besturen hierin een belangrijke rol spelen;

Overwegende dat een lokaal bestuur de specifieke opdracht heeft om te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen; dat het behoort tot de taak en bevoegdheid van de gemeenten en van de burgemeester in het bijzonder tot het nemen van passende maatregelen om epidemieën, zoals de ernstige dreiging die het COVID-19-virus met zich meebrengt, te voorkomen;

Overwegende dat de gemeenteoverheden op grond van deze algemene politiebevoegdheid maatregelen kunnen nemen om de openbare orde in de ruimste zin van het woord binnen de gemeente te verzekeren; dat op grond van de artikelen 134 en 135, § 2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet de burgemeester bevoegd is voor de vrijwaring van de openbare orde (zijnde rust, veiligheid en gezondheid) op openbare en publiek toegankelijke plaatsen; dat hij een politieverordening kan maken bij onvoorziene gebeurtenissen waarbij het stilzitten kan leiden tot schade voor de inwoners;

Overwegende dat er dringend maatregelen moeten worden genomen om de verdere verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid;

Overwegende dat een groot aantal inwoners van de gemeente Koksijde tot de meest kwetsbare groep behoort en bijzondere maatregelen zich opdringen ter bescherming van de gezondheid van deze bevolkingsgroep;

Overwegende de mogelijk de problematische situatie voor het referentieziekenhuis te Veurne in het geval van een effectieve grootschalige uitbraak in de gemeente;

Overwegende dat de lokale en provinciale besturen essentiële diensten zijn, waarvan de werking verzekerd moet worden;

Overwegende dat ook voor het voeren van vergaderingen lokale besturen de nodige maatregelen dienen te nemen en het goede voorbeeld dienen te geven;

Overwegende dat volgens de richtlijnen van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur het lokaal bestuur tijdens de huidige gezondheidssituatie autonoom beslist over de wijze van vergaderen; dat de vergadering fysiek, hybride of digitaal kan doorgaan; dat het Agentschap voor Binnenlands Bestuur in deze fase van de pandemie aanraadt de voorkeur te geven aan digitaal vergaderen;

Overwegende dat de keuze op welke wijze het bestuur vergadert, een weloverwogen keuze dient te zijn; dat een lokale afweging dient te worden gemaakt; dat hierbij ook de mogelijkheid om digitaal te vergaderen moet meegenomen worden; dat juridisch beschouwd de manier waarop vergaderd wordt fysiek, hybride of digitaal kan zijn en dat de afweging ligt bij het lokaal bestuur zelf;

Overwegende dat bij een fysieke vergadering het essentieel is dat de geldende richtlijnen rond hygiëne en social distancing worden gerespecteerd; dat bovendien de fysieke vergadering ook toegankelijk moet zijn voor pers en publiek; dat de openbaarheid een wezenlijke waarborg is voor de democratische werking van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies; dat de fysieke vergadering ook om gezondheidsredenen veilig moet kunnen doorgaan;

Overwegende dat gelet op de leeftijd en het profiel van bepaalde gemeenteraadsleden in Koksijde het niet raadzaam is om de vergadering volledig fysiek te laten doorgaan; dat bovendien Koksijde niet over een zaal beschikt waar onbeperkt publiek kan worden toegestaan en waar tegelijkertijd live kan worden gestreamd;

Overwegende dat er voldoende mogelijkheden bestaan om op een volledige digitale manier te vergaderen;

Overwegende dat tijdens de federale fase een gemeenteraadscommissie via videoconferentie kan worden georganiseerd waarbij de openbaarheid wordt gegarandeerd door live-streaming;

Overwegende dat na afweging blijkt dat een hybride vergadering in Koksijde niet tot de beste oplossing leidt; dat immers meerdere raadsleden aangeven zich niet naar de fysieke locatie te verplaatsen indien de mogelijkheid bestaat om de vergadering virtueel te houden; dat bovendien live-streaming van een fysieke zitting enkel mogelijk blijkt op een locatie waar de social distancing niet kan worden gegarandeerd;

Overwegende dat een volledige virtuele vergadering overzichtelijker is gelet op het feit dat meerdere raadsleden de vergadering fysiek niet wensen bij te wonen; dat op deze manier iedereen de kans wordt gegeven om aan de discussie deel te nemen en aan het publiek de mogelijkheid wordt gegeven om de zitting virtueel bij te wonen; dat dit minder haalbaar lijkt indien èn fysiek èn virtueel wordt vergaderd waarbij een groot deel van de raadsleden aangeeft fysiek niet aanwezig te zullen zijn en de locatie waar er kan live gestreamd worden niet voldoende garantie geeft dat met alle fysieke aanwezigen kan worden vergaderd zonder de regels inzake social distancing te overtreden;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 133bis dat bepaalt dat zonder op enige wijze afbreuk te kunnen doen aan de aan de burgemeester toegekende bevoegdheden, de gemeenteraad het recht heeft geïnformeerd te worden door de burgemeester over de wijze waarop deze de bevoegdheden uitoefent die hem zijn verleend;

Gelet op de politiebesluiten van de burgemeester van 5 en 6 2021 betreffende verplicht te nemen maatregelen inzake de aanleg van tramsporen ter hoogte van Oostduinkerke-bad;

Gelet op het politiebesluit van de burgemeester van 13 januari 2021 betreffende de opheffing van het politiebesluit van de burgemeester van 5 januari 2021 betreffende verplicht te nemen maatregelen inzake de aanleg van tramsporen ter hoogte van Oostduinkerke-bad: verbod op het rijden van de tram ter hoogte van de werfzone te Koksijde (Oostduinkerke)-bad) aan de N34 - Albert I-laan vanaf 6 januari 2021 om 00.00 uur;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 47 en 331;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 16 november 2020, uitbreiding strandinfrastructuur KYC - toelichting en inname standpunt;

Overwegende dat de voorzitter van de gemeenteraad tijdens de gemeenteraad van 16 november 2020 raadslid Wolter Hofmans gevraagd heeft om bij de bespreking van punt 4, in uitvoering van het art. 27 decreet lokaal bestuur, de zitting te verlaten;

Overwegende dat raadslid Dominique Wolter Hofmans een klacht heeft ingediend bij de gouverneur; zij beweert dat zij ten onrechte werd verplicht de vergadering te verlaten en dat haar rechten als gemeenteraadslid werden geschonden; zij vraag om de beslissing van de gemeenteraad van 16 november 2020 punt 4. Uitbreiding strandinfrastructuur KYC toelichting en inname standpunt, te vernietigen;

Gelet op het schrijven van de gouverneur d.d. 11 januari 2021 waarbij hij bepaalt dat uit het dossier blijkt dat raadslid Wolter Hofmans met betrekking tot dit punt wel degelijk een actueel en rechtstreeks belang heeft en bijgevolg de klacht van raadslid Wolter Hofmans als ongegrond verklaart;

Gelet op de artikel 68 van de wet van 15 mei 2007 op de civiele veiligheid;

Gelet op artikelen 42 en 43 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

Overwegende dat, bij gebreke aan overeenstemming tussen de gemeenten en steden van de hulpverleningszone Brandweer Westhoek, de gouverneur ambtshalve is tussengekomen om het aandeel van elke gemeente of stad in het tekort van de hulpverleningszone Brandweer Westhoek te bepalen, rekening houdend met de bepalingen vastgelegd in artikel 68 van de wet op de civiele veiligheid;

Overwegende de beslissing van de heer gouverneur van West-Vlaanderen van 10 december 2020, ter kennis gebracht per aangetekend schrijven op 14 december 2020, in bijlage bij dit besluit;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 302 en 303, hoofdstuk 2, artikel 304 en hoofdstuk 3, artikelen 305, 306, 307 en 308;  

Overwegende het decreet over het Lokaal Bestuur aan de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de opdracht geeft om inwoners zo veel mogelijk bij het beleid te betrekken;

Overwegende elke gemeente en elk OCMW de nodige initiatieven dienen te nemen om de participatie met de burgers te bevorderen; 

Overwegende het Decreet over het Lokaal Bestuur daarnaast een aantal meer gereglementeerde vormen van burgerparticipatie omschrijft:

• adviesraden;
• voorstellen van burgers;
• verzoekschriften;
• volksraadplegingen;
• burgerbudgetten;
• klachtenbehandeling.

Overwegende gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn  daarnaast vrij kunnen kiezen welke instrumenten zij gebruiken om de burgerparticipatie te bevorderen; 

Gelet op het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 artikel 41, 13° en artikel 304, § 3 en § 5;

Gelet op de Cultuurpactwet van 16 juli 1973, zoals gewijzigd door de wet van 12 mei 2009;

Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact, zoals gewijzigd door het decreet van 21 oktober 2009;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 17 juni 2013 van de huidige  statuten van de Gemeentelijke sport- en recreatieraad;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 16 december 2019 van het Strategisch Meerjarenplan,  doelstelling 1 'Lokaal Bestuur Koksijde is financieel gezond, werkt efficiënt en burgernabij', actieplan 4 'Uitbouwen van burgerparticipatie' met de actie 14 'Adviesraden verankeren in beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering;

Overwegende dat het Decreet Lokaal Sportbeleid werd opgegeven op het moment dat de sectorale middelen werden ingekanteld in het gemeentefonds in 2018 dewelke nieuwe kansen biedt inzake het herdefiniëren van de rol en de samenstelling van de gemeentelijke adviesraden, in het bijzonder Cultuur, Sport en Jeugd;

Overwegende dat de gemeenteraad overeenkomstig de bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur verantwoordelijk is om een beleid te voeren op het vlak van betrokkenheid en inspraak van burgers en diverse doelgroepen alsook voor het bepalen van het reglement en de wijze waarop concreet vorm wordt gegeven aan de inspraak; dat dit reglement, onder de noemer 'Participatiereglement' in zitting van de gemeenteraad van 25 januari 2021 werd goedgekeurd;

Overwegende dat in 2019 er van start werd gegaan met een heroriënteringstraject van een 4-tal gemeentelijke adviesraden, met name Sport, Cultuur, Jeugd en Internationale Samenwerking; dat in een infoavond waar alle betrokken adviesraden werden op uitgenodigd, er uitgebreid werd toegelicht wat de redenen, de doelstelling en het plan van aanpak (inclusief timing) van dit traject waren; dat voor de begeleiding van dit traject de gemeente Koksijde een beroep deed op de expertise van de vzw De Wakkere Burger; dat vanaf december 2019 het traject feitelijk werd opgestart en dat achtereenvolgens een inspiratiemoment, een denkmoment en een slotmoment hebben plaatsgevonden; dat er tussentijds ook bevragingen, feedbackmomenten en dergelijke meer werden voorzien, zowel ten aanzien van het beleid als ten aanzien van de betrokken leden van de adviesraden.

Overwegende dat de belangrijkste conclusies uit het ganse traject werden verwerkt in de volgende documenten : 

• een globale eindanalyse met parallelle ideeën over de 4 adviesraden heen
• per raad een eindnotitie/synthese met stappenplan, dit vertrekkend vanuit enkele finale aanbevelingen voor de toekomstige werking van de adviesraad, zowel naar aanpak, structuur, een breder bereik (zichtbaarheid van de raad) als een gedragen en onderbouwde adviesverlening
• een overzicht van enkele praktijkvoorbeelden uit andere gemeenten waarop elke raad zich kan baseren voor de wijze van structuur, wijze van adviesverlening, samenstelling etc.

Overwegende dat met deze info en documenten aan de slag werd gegaan en dit volgens het volgende stappenplan:

• definitieve keuze maken over de eigen toekomstige structuur en inhoud
• deze keuze formaliseren in nieuwe statuten
• een communicatieronde nieuwe raden vanaf 2021 organiseren
• een jaarplanning opmaken voor 2021

Overwegende dat in opvolging van dit stappenplan elke adviesraad intussen zijn keuze maakte met betrekking tot de toekomstige structuur en inhoud en dat deze keuze werd verwerkt in nieuwe statuten;

Overwegende dat dit voorstel volledig aansluit bij de eindanalyse, de slotnotitie en de aanbevelingen uit het heroriënteringstraject Adviesraden 2.0. onder leiding van vzw De Wakkere Burger voor de Sportraad;

Overwegende dat bij de opmaak van de statuten voor de Sportraad de vernieuwing en dynamisering van alle adviesraden expliciet wordt weerspiegeld; dat door eenzelfde visie op te nemen in elk nieuw voorstel van de adviesraden, men de adviesopdracht van de adviesraden wenst te versterken vertrekkende vanuit de volgende basisprincipes: 1. Focus op advies; 2. Flexibele en soepele raden; 3. Brede en diverse participatie; 4. Betrokkenheid van (ervarings-)deskundigen; 5. Open en constructieve samenwerking met het beleid;

Overwegende dat dit voorstel van statuten positief geadviseerd werd door de huidige Sportraad;

Gelet op het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 41, 13° en artikel 304, § 3 en § 5;

Gelet op de Cultuurpactwet van 16 juli 1973, zoals gewijzigd door de wet van 12 mei 2009;

Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact, zoals gewijzigd door het decreet van 21 oktober 2009;

Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal Jeugdbeleid, artikel 5;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 21 februari 2013 van de huidige statuten van de gemeentelijke Jeugdraad;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 16 december 2019 van het Strategisch Meerjarenplan, doelstelling 1 'Lokaal Bestuur Koksijde is financieel gezond, werkt efficiënt en burgernabij', actieplan 4 'Uitbouwen van burgerparticipatie' met de actie 14 'Adviesraden verankeren in beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering';

Overwegende dat het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal Jeugdbeleid de oprichting van een Jeugdraad verplicht met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de uitvoering van het jeugdbeleid, inzonderheid in het kader van het meerjarenplan;

Overwegende dat de gemeenteraad overeenkomstig de bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur verantwoordelijk is om een beleid te voeren op het vlak van betrokkenheid en inspraak van burgers en diverse doelgroepen alsook voor het bepalen van het reglement en de wijze waarop concreet vorm wordt gegeven aan de inspraak; dat dit reglement, onder de noemer 'reglement burgerparticipatie’ in zitting van de gemeenteraad van 25 januari 2021 werd goedgekeurd;

Overwegende dat in 2019 er van start werd gegaan met een heroriënteringstraject van een 4-tal gemeentelijke adviesraden, met name Sport, Cultuur, Jeugd en Internationale Samenwerking; dat in een infoavond waar alle betrokken adviesraden werden op uitgenodigd, er uitgebreid werd toegelicht wat de redenen, de doelstelling en het plan van aanpak (inclusief timing) van dit traject waren; dat voor de begeleiding van dit traject de gemeente Koksijde een beroep deed op de expertise van de vzw De Wakkere Burger; dat vanaf december 2019 het traject feitelijk werd opgestart en dat achtereenvolgens een inspiratiemoment, een denkmoment en een slotmoment hebben plaatsgevonden; dat er tussentijds ook bevragingen, feedbackmomenten en dergelijke meer werden voorzien, zowel ten aanzien van het beleid als ten aanzien van de betrokken leden van de adviesraden.

Overwegende dat de belangrijkste conclusies uit het ganse traject werden verwerkt in de volgende documenten : 

• een globale eindanalyse met parallelle ideeën over de 4 adviesraden heen
• per raad een eindnotitie/synthese met stappenplan, dit vertrekkend vanuit enkele finale aanbevelingen voor de toekomstige werking van de adviesraad, zowel naar aanpak, structuur, een breder bereik (zichtbaarheid van de raad) als een gedragen en onderbouwde adviesverlening
• een overzicht van enkele praktijkvoorbeelden uit andere gemeenten waarop elke raad zich kan baseren voor de wijze van structuur, wijze van adviesverlening, samenstelling etc.

Overwegende dat met deze info en documenten aan de slag werd gegaan en dit volgens het volgende stappenplan:

• definitieve keuze maken over de eigen toekomstige structuur en inhoud
• deze keuze formaliseren in nieuwe statuten
• een communicatieronde nieuwe raden vanaf 2021 organiseren
• een jaarplanning opmaken voor 2021

Overwegende dat in opvolging van dit stappenplan elke adviesraad intussen zijn keuze maakte met betrekking tot de toekomstige structuur en inhoud en dat deze keuze werd verwerkt in nieuwe statuten;

Overwegende dat dit voorstel volledig aansluit bij de eindanalyse, de slotnotitie en de aanbevelingen uit het heroriënteringstraject Adviesraden 2.0. onder leiding van vzw De Wakkere Burger voor de Jeugdraad;

Overwegende dat bij de opmaak van de statuten voor de Jeugdraad de vernieuwing en dynamisering van alle adviesraden expliciet wordt weerspiegeld; dat door eenzelfde visie op te nemen in elk nieuw voorstel van de adviesraden, men de adviesopdracht van de adviesraden wenst te versterken vertrekkende vanuit de volgende basisprincipes: 1. Focus op advies; 2. Flexibele en soepele raden; 3. Brede en diverse participatie; 4. Betrokkenheid van (ervarings-)deskundigen; 5. Open en constructieve samenwerking met het beleid; 

Overwegende dat dit voorstel van statuten positief geadviseerd werd door de huidige Jeugdraad;

Gelet op het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 artikel 41, 13° en artikel 304, § 3 en § 5;

Gelet op de Cultuurpactwet van 16 juli 1973, zoals gewijzigd door de wet van 12 mei 2009;

Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact, zoals gewijzigd door het decreet van 21 oktober 2009;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 17 februari 2009 van de huidige statuten van de Cultuurraad;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 16 december 2019 van het Strategisch Meerjarenplan, doelstelling 1 'Lokaal Bestuur Koksijde is financieel gezond, werkt efficiënt en burgernabij', actieplan 4 'Uitbouwen van burgerparticipatie' met de actie 14 'Adviesraden verankeren in beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering';

Overwegende dat de gemeenteraad overeenkomstig de bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur verantwoordelijk is om een beleid te voeren op het vlak van betrokkenheid en inspraak van burgers en diverse doelgroepen alsook voor het bepalen van het reglement en de wijze waarop concreet vorm wordt gegeven aan de inspraak; dat dit reglement, onder de noemer 'reglement burgerparticipatie’ in zitting van de gemeenteraad van 25 januari 2021 werd goedgekeurd;

Overwegende dat in 2019 er van start werd gegaan met een heroriënteringstraject van een 4-tal gemeentelijke adviesraden, met name Sport, Cultuur, Jeugd en Internationale Samenwerking; dat in een infoavond waar alle betrokken adviesraden werden op uitgenodigd, er uitgebreid werd toegelicht wat de redenen, de doelstelling en het plan van aanpak (inclusief timing) van dit traject waren; dat voor de begeleiding van dit traject de gemeente Koksijde een beroep deed op de expertise van de vzw De Wakkere Burger; dat vanaf december 2019 het traject feitelijk werd opgestart en dat achtereenvolgens een inspiratiemoment, een denkmoment en een slotmoment hebben plaatsgevonden; dat er tussentijds ook bevragingen, feedbackmomenten en dergelijke meer werden voorzien, zowel ten aanzien van het beleid als ten aanzien van de betrokken leden van de adviesraden.

Overwegende dat de belangrijkste conclusies uit het ganse traject werden verwerkt in de volgende documenten : 

• een globale eindanalyse met parallelle ideeën over de 4 adviesraden heen
• per raad een eindnotitie/synthese met stappenplan, dit vertrekkend vanuit enkele finale aanbevelingen voor de toekomstige werking van de adviesraad, zowel naar aanpak, structuur, een breder bereik (zichtbaarheid van de raad) als een gedragen en onderbouwde adviesverlening
• een overzicht van enkele praktijkvoorbeelden uit andere gemeenten waarop elke raad zich kan baseren voor de wijze van structuur, wijze van adviesverlening, samenstelling etc.

Overwegende dat met deze info en documenten aan de slag werd gegaan en dit volgens het volgende stappenplan:

• definitieve keuze maken over de eigen toekomstige structuur en inhoud
• deze keuze formaliseren in nieuwe statuten
• een communicatieronde nieuwe raden vanaf 2021 organiseren
• een jaarplanning opmaken voor 2021

Overwegende dat in opvolging van dit stappenplan elke adviesraad intussen zijn keuze maakte met betrekking tot de toekomstige structuur en inhoud en dat deze keuze werd verwerkt in nieuwe statuten;

Overwegende dat dit voorstel volledig aansluit bij de eindanalyse, de slotnotitie en de aanbevelingen uit het heroriënteringstraject Adviesraden 2.0. onder leiding van vzw De Wakkere Burger voor de Cultuurraad;

Overwegende dat bij de opmaak van de statuten voor het Cultuur Forum Koksijde de vernieuwing en dynamisering van alle adviesraden expliciet wordt weerspiegeld; dat door eenzelfde visie op te nemen in elk nieuw voorstel van de adviesraden, men de adviesopdracht van de adviesraden wenst te versterken vertrekkende vanuit de volgende basisprincipes: 1. Focus op advies; 2. Flexibele en soepele raden; 3. Brede en diverse participatie; 4. Betrokkenheid van (ervarings-)deskundigen; 5. Open en constructieve samenwerking met het beleid;

Overwegende dat dit voorstel van statuten positief geadviseerd werd door de huidige Cultuurraad;

Gelet op het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 artikel 41, 13° en artikel 304, § 3 en § 5;

Gelet op de Cultuurpactwet van 16 juli 1973, zoals gewijzigd door de wet van 12 mei 2009;

Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact, zoals gewijzigd door het decreet van 21 oktober 2009;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 23 december 2002 van de huidige statuten van de gemeentelijke raad voor Internationale Samenwerking;

Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraad van 16 december 2019 van het Strategisch Meerjarenplan, doelstelling 1 'Lokaal Bestuur Koksijde is financieel gezond, werkt efficiënt en burgernabij', actieplan 4 'Uitbouwen van burgerparticipatie' met de actie 14 'Adviesraden verankeren in beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering';

Overwegende dat de gemeenteraad overeenkomstig de bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur verantwoordelijk is om een beleid te voeren op het vlak van betrokkenheid en inspraak van burgers en diverse doelgroepen alsook voor het bepalen van het reglement en de wijze waarop concreet vorm wordt gegeven aan de inspraak; dat dit reglement, onder de noemer 'reglement burgerparticipatie’ in zitting van de gemeenteraad van 25 januari 2021 werd goedgekeurd;

Overwegende dat in 2019 er van start werd gegaan met een heroriënteringstraject van een 4-tal gemeentelijke adviesraden, met name Sport, Cultuur, Jeugd en Internationale Samenwerking; dat in een infoavond waar alle betrokken adviesraden werden op uitgenodigd, er uitgebreid werd toegelicht wat de redenen, de doelstelling en het plan van aanpak (inclusief timing) van dit traject waren; dat voor de begeleiding van dit traject de gemeente Koksijde een beroep deed op de expertise van de vzw De Wakkere Burger; dat vanaf december 2019 het traject feitelijk werd opgestart en dat achtereenvolgens een inspiratiemoment, een denkmoment en een slotmoment hebben plaatsgevonden; dat er tussentijds ook bevragingen, feedbackmomenten en dergelijke meer werden voorzien, zowel ten aanzien van het beleid als ten aanzien van de betrokken leden van de adviesraden.

Overwegende dat de belangrijkste conclusies uit het ganse traject werden verwerkt in de volgende documenten : 

• een globale eindanalyse met parallelle ideeën over de 4 adviesraden heen
• per raad een eindnotitie/synthese met stappenplan, dit vertrekkend vanuit enkele finale aanbevelingen voor de toekomstige werking van de adviesraad, zowel naar aanpak, structuur, een breder bereik (zichtbaarheid van de raad) als een gedragen en onderbouwde adviesverlening
• een overzicht van enkele praktijkvoorbeelden uit andere gemeenten waarop elke raad zich kan baseren voor de wijze van structuur, wijze van adviesverlening, samenstelling etc.

Overwegende dat met deze info en documenten aan de slag werd gegaan en dit volgens het volgende stappenplan :

• definitieve keuze maken over de eigen toekomstige structuur en inhoud
• deze keuze formaliseren in nieuwe statuten
• een communicatieronde nieuwe raden vanaf 2021 organiseren
• een jaarplanning opmaken voor 2021

Overwegende dat in opvolging van dit stappenplan elke adviesraad intussen zijn keuze maakte met betrekking tot de toekomstige structuur en inhoud en dat deze keuze werd verwerkt in nieuwe statuten met uitzondering voor de gemeentelijke raad voor Internationale Samenwerking; waarvoor bij de eindconclusie van het heroriënteringstraject er vooropgesteld werd dat er blijvend een nood is aan de verbindende factor tussen de verschillende verenigingen maar dat de keuze kan gemaakt worden om hier wel of niet een permanent orgaan voor te voorzien; dat er doorheen de besprekingen hiervan duidelijk naar voor kwam dat contact tussen 4e pijlerverenigingen de voornaamste in te vullen functie als raad voor internationale samenwerking is; dat de raad fungeert als ontmoetingsplek voor de verschillende 4e pijlerverenigingen en als aanspreekpunt vanuit de verenigingen naar het bestuur en omgekeerd; dat andere eventuele op te nemen functies als raad zoals adviserende en ondernemende functies minder relevant leken en deze ook de laatste jaren niet meer werden opgenomen;

Overwegende dat de verplichting om een gemeentelijke raad voor Internationale Samenwerking op te richten, is weggevallen; dat na overleg met alle partijen er voorgesteld wordt om de adviesraad internationale samenwerking te ontbinden en dat de verbindende rol opgenomen wordt door de dienst Internationale Samenwerking; 

Overwegende dat een voorstel tot ontbinding aansluit bij de eindanalyse, de slotnotitie en de aanbevelingen uit het heroriënteringstraject Adviesraden 2.0. onder leiding van vzw De Wakkere Burger voor de gemeentelijke raad voor Internationale Samenwerking;

Overwegende dat een voorstel tot ontbinding positief geadviseerd werd door de huidige GRIS;

Gelet op de Verordening (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (AVG);

Gelet op Richtlijn (EU) nr. 2016/680, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (RGS);

Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikel 25/4, § 1, 1° dat bepaalt dat een politiedienst camera's kan plaatsen en gebruiken overeenkomstig artikel 25/3 van de wet op het politieambt na voorafgaandelijke principiële toestemming van de gemeenteraad indien het gaat om een politiezone;

Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

Gelet op de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 29 juni 2019 waarin wordt bepaald dat een drone te beschouwen is als een op afstand bestuurd luchtvaartuig (Remotely Piloted Aircraft of RPA) dat verbonden is met een RPAS (Remotely Piloted Aircraft System);

Gelet op de toestemmingsaanvraag ingediend door de Korpschef van de lokale politiezone Westkust op 14 januari 2021 tot het verkrijgen van een principiële toestemming voor het gebruiken van tijdelijk vaste en mobiele camera's door de politie in de gemeenten van de politiezone PZ Westkust waarin het type camera, de doeleinden, de gebruiksmodaliteiten, de plaats en een impact-en risicoanalyse op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op operationeel niveau beschreven worden;

Overwegende dat voor het gebruik van (mobiele) camera's in een openbare ruimte de voorafgaande principiële toestemming van de gemeenteraad is vereist overeenkomstig de bepalingen zoals voorzien in de Wet op het Politieambt;

Overwegende dat een gemeenteraad en zijn leden maar met kennis van zaken al dan niet toestemming kunnen verlenen of die toestemming kunnen modelleren indien uit de aanvraag blijkt welke inzetmodaliteiten (waaronder de aanduiding van de plaatsen) worden voorzien; dat een toestemming in het gegevensbeschermingsrecht een ‘geïnformeerde’ toestemming dient te zijn; dat dit eveneens geldt voor een gemeenteraad die een beslissing moet nemen omtrent het gebruik van tijdelijke vaste en mobiele camera’s zoals voorzien in de wet op het politieambt, artikel 25/4 § 1, 1°;

Overwegende dat de toestemmingsaanvraag voldoet aan de vereisten zoals omschreven in artikel 25/4, § 2, tweede lid van de Wet op het Politieambt;

Overwegende dat de politiezone PZ Westkust wenst gebruik te maken van tijdelijke vaste en mobiele camera's;

Overwegende dat de politiezone PZ Westkust deze camera's wenst in te zetten over het ganse grondgebied van de gemeentes/stad De Panne, Koksijde en Nieuwpoort op de plaatsen zoals zijn omschreven in artikel 25/3 van de wet op politieambt;

Overwegende dat de politiezone deze camera's en de opnames ervan wil gebruiken om de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie zoals bepaald in de artikel 14 en 15 van de Wet op het Politieambt en mits de beperkingen die de Wet op het Politieambt oplegt op een efficiënter, effectiever en veiliger manier uit te voeren met respect voor de individuele vrijheden en rechten en oog voor de privacy;

Overwegende dat de camera's enkel ingezet/gebruikt kunnen worden op beslissing en onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende die waakt over de naleving van de proportionaliteits-en subsidiariteitsbeginselen;

Overwegende dat in de toestemmingsaanvraag rekening werd gehouden met een impact-en risicoanalyse op het operationeel niveau en op het vlak van bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Overwegende dat de Korpschef van de politiezone PZ Westkust de gemeenteraad om de principiële toestemming verzoekt om in de gemeenten van de politiezone PZ Westkust gebruik te maken van tijdelijke vaste en mobiele camera's, onder de voorwaarden zoals vermeld in de aanvraag;