Gelet op de artikelen 41, 162 en 170, §4 van de grondwet;
Gelet op het decreet van 11 februari 2022 tot wijziging van het decreet van 5 februari 2016 houdende toeristische logies en tot opheffing van het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen" en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 5 februari 2016 houdende toeristische logies en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van 17 maart 2017 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies en de bijlagen bij dit besluit;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 2, 40 en, 41, 2e lid, 14°;
Gelet op de omzendbrief van 19 februari 2019 nr. ABB 2019/2 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, betreffende de gemeentefiscaliteit;
Overwegende de financiële toestand van de gemeente Koksijde;
Overwegende dat aan het toeristisch beleid vorm wordt gegeven door de financiële inspanningen van de gemeente Koksijde via haar toeristische dienst, de toelage aan de vzw VVV Koksijde-Oostduinkerke en de evenementen georganiseerd door de gemeente en gericht op het betalend verblijfstoerisme; dat het gemeentebestuur financiële middelen inzet op de promotie en ondersteuning van toeristische logies en inspanningen levert die de verdere ontwikkeling van de toeristische sector mogelijk maakt; dat het bijgevolg billijk is om een financiële tussenkomst te vragen aan de logiesverstrekkende sector die voordeel haalt uit de specifieke financiële inspanningen van de gemeente;
Overwegende dat de logiesverstrekkende sector op deze manier een bijdragend vermogen genereert dat haar in staat stelt de belasting te voldoen;
Overwegende de beleidsdoelstellingen opgenomen in het strategisch meerjarenplan 2026-2031, geformuleerd in o.m. de actieplannen;
Overwegende dat de mededeling, melding aan of erkenning door Toerisme Vlaanderen op basis van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, en latere wijzigingen richtinggevend, doch niet exclusief is voor de belastbaarheid van het toeristisch logies en voor de categorie waarin ze belast worden; dat niet-aangemelde, niet-erkende toeristisch logies evenzeer belast worden op basis van de werkelijke toestand waarin ze aangeboden worden als toeristisch logies in de zin van dit besluit op basis van de inlichtingen waarover de gemeente beschikt;
Overwegende dat de tariefdifferentiaties op een vereenvoudigde wijze worden ingevoerd; dat er hierbij een objectieve verantwoording bestaat voor categorieën en verschillen in tarieven o.m. gelet op het gebruik, de organisatie en het bijdragend vermogen van een toeristisch logies;
Overwegende dat de belasting op de explotatie van kamergerelateerd toeristisch logies niet cumuleerbaar is met de belasting op de exploitatie van terreingebonden toeristisch logies ;
Overwegende dat vrijstelling wordt voorzien voor specifiek aanbod gericht op jeugdverblijf in door het decreet houdende het toeristische logies erkende verblijven die ingedeeld zijn in categorie jeugdverblijf of hostel (artikel 9/1 decreet houdende het toeristische logies) en in door het decreet Toerisme voor Allen erkende jeugdverblijfcentra (gelet op de voorziene overgangsfase); dat dit garanties biedt voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van het aanbod naar de jeugd toe; dat op die manier veel jeugd kennis maakt met de kust via zeeklassen en dat het gemeentebestuur door deze vrijstelling dit aanbod verder wil ondersteunen;
Overwegende dat het billijk is om in een vrijstelling te voorzien voor accommodaties voor jeugdvakanties of -verblijven. Op die manier kunnen de kosten die jeugdverenigingen of -groepen hebben voor het organiseren van een verblijf in de gemeente worden gedrukt;
Overwegende dat om redenen van efficiëntie voor zowel de uitbater als de gemeente geopteerd wordt voor een forfaitaire belasting voor de exploitatie van kamergerelateerd toeristisch logies; dat de uitbater alsdan geen register hoeft bij te houden van de overnachtingen per nacht per persoon en een kwartaalaangifte; dat de verwerking voor de gemeente efficiënter gebeurt en de werklast minimaal is;
Art. 1: belastbaar feit
Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een belasting geheven op het exploiteren van een kamergerelateerd toeristisch logies gelegen op het grondgebied van de gemeente.
De belasting wordt toegepast ook als de exploitant voor de exploitatie niet beschikt over de nodige wettelijke en/of reglementaire vergunningen. Het aanrekenen en betalen van de belasting houdt niet in dat automatisch een exploitatievergunning is toegekend. De belasting wordt toegepast, ook al blijven de kamergerelateerde toeristisch logies onbezet.
Art. 2: definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verwezen naar de definities en de bepalingen in de regelgeving inzake toeristisch logies en wordt verstaan onder:
Art. 3: belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door diegene die het kamergerelateerd toeristisch logies exploiteert. Ingeval er voor een toeristisch logies sprake is van meerdere exploitanten, is de belasting door hen hoofdelijk verschuldigd. De eigenaar van het onroerend goed waarin de exploitatie is gevestigd is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Indien de exploitant niet gekend is, wordt de eigenaar van het onroerend goed, waarin het toeristisch logies wordt uitgebaat, geacht de exploitant te zijn.
§2. In geval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijk deel. Elke mede-eigenaar is hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.
§3. In geval van multi-eigendom, is iedere multi-eigenaar belastingplichtig volgens zijn toegewezen deel. Elke multi-eigenaar is hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.
Art. 4: berekeningsgrondslag en tarieven
Het tarief van de belasting wordt voor het aanslagjaar 2026 als volgt vastgesteld:
- voor de categorie hotel/gastenkamerexploitatie: 275,00 euro per verhuureenheid
- voor de categorie hostel: 55,00 euro per verhuureenheid;
- voor de categorie vakantiewoning, volgens de capaciteit aan personen waarvoor de vakantiewoning is uitgerust en per vakantiewoning:
Het tarief wordt jaarlijks verhoogd met 2,5%, waarbij de verhoging telkens wordt berekend op het tarief dat geldt voor het voorafgaande aanslagjaar. Het bedrag zal na verhoging worden afgerond naar de hogere euro.
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd door de belastingplichtige.
Art. 5: vrijstellingen
Zijn van de belasting vrijgesteld:
Om recht te hebben op één van de hierboven vermelde vrijstellingen dient de belastingplichtige de nodige bewijsstukken aan het gemeentebestuur – dienst gemeentebelastingen over te maken.
Art. 6: Vestiging van de belasting
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Art. 7: Aangifteplicht
Bij de eerste aangifte ontvangt de belastingplichtige van het gemeentebestuur een aangifteformulier en bezorgt dit ingevuld, ondertekend en gedateerd terug.
De indiening kan gebeuren per post of digitaal.
Indien de belastingplichtige geen aangifteformulier heeft ontvangen, kan deze het aangifteformulier kosteloos afhalen bij de bevoegde administratie (Financiële dienst – belastingen, Zeelaan 303, 8670 Koksijde) of downloaden op de website van het gemeentebestuur www.koksijde.be of aanvragen op het e-mailadres belastingen@koksijde.be .
De aangifte moet minstens de volgende vermeldingen te bevatten:
Zowel de belastingplichtigen die een aangifteformulier hebben ontvangen, als de belastingplichtigen die geen aangifteformulier hebben ontvangen, zijn ertoe gehouden om uiterlijk op 15 september van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijk gegevens ter beschikking te stellen. Na een eerste aangifte, wordt de belasting automatisch geheven op basis van alle gegevens die bij het gemeentebestuur gekend zijn.
Alle belastingplichtigen zijn ertoe gehouden elke wijziging van de bovenvermelde gegevens op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na wijziging ervan.
Art. 8: Meldingen
De exploitant van een kamergerelateerd toeristisch logies moet in geval van de stopzetting ervan, van de (tijdelijke) sluiting ervan en bij het starten van een nieuwe exploitatie ingevolge de overdracht ervan dit binnen de maand meedelen aan het gemeentebestuur Koksijde, dienst gemeentebelastingen.
In geval van de overdracht van de exploitatie moeten de gegevens van de nieuwe exploitant (naam, adres, en, in voorkomend geval, ondernemingsnummer) eveneens worden medegedeeld.
Art. 9: Ambtshalve aanslag
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve gevestigd worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt mits inachtneming van de in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen, voorziene bepalingen.
Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging worden toegepast van 25% en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld.
Art. 10: bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en ondertekend en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige gehoord wil worden, dient dit uitdrukkelijk gevraagd te worden in het bezwaarschrift.
Art. 11: bekendmaking
Dit reglement wordt door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.