Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van de leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997;
Gelet op artikel 3.3. en volgende van het gecodificeerd decreet van over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020 (citeeropschrift: "Vlaamse Codex Wonen van 2021");
Gelet op artikel 3.4.lid 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (citeeropschrift: "Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021");
Gelet op artikel 41,2e lid, 14° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen bevoegde ambtenaren aanstelde om een woningonderzoek uit te voeren;
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen voor de afgifte van een conformiteitsattest een forfaitaire vergoeding wenst te vragen voor de kosten van dit onderzoek op aanvraag;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Art.1 : In overeenstemming artikel 3.4 van het Besluit Vlaamse Wooncodex van 2021, worden de vergoedingen voor het voeren van conformiteitsonderzoeken op verzoek voor kamers, studentenkamers of woningen op het grondgebied van Koksijde vanaf 1 januari 2026 als volgt vastgesteld:
Art. 2 : Deze vergoeding is verschuldigd door de natuurlijke, de feitelijke of de rechtspersoon die het conformiteitsonderzoek aanvraagt.
Art. 3 : De retributie moet ten laatste bij de aanvraag betaald worden in handen van de financieel directeur of door overschrijving op een rekening van het gemeentebestuur.
Art. 4: Vrijstelling:
Art. 5: Invorderingsprocedure en eventuele betwisting van de schuldvordering
§1. De schuldvorderingen moeten betaald worden voor de vervaldag vermeld op de factuur/kostennota.
§2. De gebruiker van de dienst waarvoor de retributie wordt geheven, die niet akkoord gaat met de toegestuurde schuldvordering beschikt over een termijn van vijftien kalenderdagen, volgend op de datum van verzending van de schuldvordering/factuur/kostennota, om zijn niet-akkoord met de toegestuurde schuldvordering schriftelijk en gemotiveerd in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat erover beslist rekening houdend met dit reglement.
Indien de gebruiker van de dienst waarvoor de retributie wordt geheven, geen beroep instelt bij het schepencollege, dan wordt de schuldvordering als onbetwist en opeisbaar beschouwd in de zin van artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
§3. Vervolg van de procedure tot de volledige betaling van de retributie en eventuele administratiekosten:
§4. Bij gebreke aan minnelijke betaling, wordt een dwangbevel overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur opgemaakt door de gemeentelijke financieel directeur. Het dossier wordt overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder zet de invordering minnelijk en indien nodig gerechtelijk verder.
De kosten, rechten en uitschotten blootgesteld in alle fasen van de invordering worden berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 november 1976 dat het tarief vastlegt van de akten verricht door de gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van sommige toelagen
§5. Alle invorderingskosten zijn integraal verschuldigd door de in gebreke blijvende schuldenaar van de retributie.
§6. In geval van betaling wordt de ontvangen som eerst aangerekend op de invorderings- en administratiekosten en vervolgens op de openstaande som van de schuldvordering/retributie.
Art. 6 : Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 houdende de hervaststelling van de retributie voor het afleveren van conformiteitsattesten voor woningen en kamers die verhuurd worden als hoofdverblijfplaats wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.