Gelet op de richtlijn 2000/60/EG van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, de Europese Kaderrichtlijn Water ;
Gelet op richtlijn 91/271/EEG van 21 mei 1991 inzake de behandeling van gemeentelijk afvalwater;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1996 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder, alsook van de verhouding waarin het Vlaams gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en de verbetering door de gemeenten van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, evenals houdende de vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de procedure tot vaststelling van subsidiëringsprogramma’s;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties;
Gelet op de recente evolutie met betrekking tot de reorganisatie van de watersector en de beslissingen van de Vlaamse regering hieromtrent van 17 december 2004 ;
Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 41,2e lid,14°;
Gelet op de door de gemeenteraad op 23 juni 2026 goedgekeurde overeenkomst met Aquaduin in kader van overdracht van de gemeentelijke saneringsverplichting, vervangend de overeenkomst dd. 26 februari 2007 en latere wijzigingen;
Overwegende het feit dat de bovengemeentelijke saneringsbijdrage de basis vormt voor de bepaling van de gemeentelijke saneringsbijdrage; dat de gemeentelijke saneringsbijdrage berekend wordt op een coëfficiënt die decretaal wordt vastgelegd op de bovengemeentelijke saneringsbijdrage; dat de bovengemeentelijke jaarlijks wordt geïndexeerd of aangepast, zodat het beter is de beslissing te nemen met verwijzing naar de decretraal toegestane maximale verhogingscoëfficiënt;
Overwegende dat de gemeentelijke saneringsbijdrage de kosten dekt voor de aanleg, onderhoud en vernieuwing van rioleringen en aansluitingen erop, het grachtenstelsel en kleinschalige waterzuiveringsinstallaties en ten laste valt van degene die het water verbruikt; dat dit enerzijds de abonnees van de IWVA betreffen en anderzijds de eigen waterwinners;
Overwegende de financiële toestand van de gemeente;
Art. 1 : Voor de dienstjaren 2026 tot en met 2031 wordt het bedrag van de gemeentelijke saneringsbijdrage vastgesteld op het resultaat bekomen door de vermenigvuldiging van de decretaal toegestane maximum coëfficiënt van de gemeentelijke saneringsbijdrage met de bovengemeentelijke saneringsbijdrage per m³ (excl. BTW) van de per aansluitingspunt op het waterleidingsnet op het grondgebied van de gemeente geleverde water door Aquaduin/IWVA ten laste van de waterafnemer.
Art. 2: Voor de dienstjaren 2026 tot en met 2031 wordt het bedrag van de gemeentelijke saneringsvergoeding voor de eigen waterwinners vastgesteld op het resultaat bekomen door de vermenigvuldiging van decretaal toegestane maximum coëfficiënt van de gemeentelijke saneringsbijdrage met de bovengemeentelijke saneringsbijdrage per m³ (excl. BTW) ten laste van de eigen waterwinner.
Art. 3: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Aquaduin/IWVA.