Gelet op de artikelen 41, 162 en 170§4 van de Grondwet;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, waaronder in het bijzonder de artikelen 2, 40 en 41;
Gelet op de omzendbrief van 15 februari 2019 nr. ABB 2019/2 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding betreffende de gemeentefiscaliteit;
Overwegende het feit dat de gemeente Koksijde zwaar investeert in de toeristische aantrekkelijkheid van de gemeente en dus haar waarde voor wie hier publicieit wil voeren; dat via deze belasting de publicitaire waarde, om reden waarvan de aanvragers net hier publicitaire acties willen voeren, wordt gerecupereerd;
Overwegende dat het flyeren of uitdelen van prosectussen of monsters op het openbaar domein kan vallen en moet opgeruimd worden en die kosten dan ook moeten gerecupereerd worden; dat voertuigen die traag door de gemeente rijden om publiciteit te voeren, hinderlijk zijn voor andere weggebruikers en een vlot verkeer stremmen; dat reclamevoertuigen langs invalswegen worden geplaatst en voor visuele overlast zorgen;
Overwegende dat bij de vestiging van een nieuwe handelszaak of bij de vernieuwing van een handelszaak de gemeente dergelijke initiatieven maximaal wil ondersteunen door deze belasting voor één dag vrij te stellen doch enkel n.a.v. de opening of vernieuwing van een voor het publiek toegankelijke handelszaak;
Overwegende de financiële toestand van de gemeente;
Art. 1: Voor een termijn beginnend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 wordt ten voordele van de gemeente een belasting geheven voor het gebruik van het openbare domein tot publicitaire doeleinden :
Art. 2: De belasting wordt op volgende grondslag vastgesteld :
1° voor publiciteit door middel van verklede personen of dieren, dragers van vaandels, spandoeken of andere publicitaire middelen : 50,00 euro per persoon of per dier en per kalenderdag;
2° voor publiciteit door middel van luidsprekers, aankondigingsvoertuigen of gelijkaardige voertuigen, of apparaten : 250,00 euro per voertuig of per apparaat en per kalenderdag;
3° Voor publiciteit door middel van reclamerijtuigen zonder geluidsversterking :
Met reclamevoertuigen worden bedoeld: rijtuigen welke de aandacht van het publiek vestigen op een bepaalde firma of firma's of op een bepaald product of producten, ofwel gebruikt worden voor enig ander publiciteitsdoeleinden en wier aanwezigheid op het grondgebied van de gemeente niet tot doel heeft er koopwaar af te leveren.
De reclamevoertuigen welke enkel de gemeente doortrekken worden niet belast.
Zij worden echter wel aan de belasting onderworpen indien zij hierbij :
4° door het plaatsen van een stilstaand voertuig of container om vandaaruit reclame te maken voor een dienstverlening, product of softwaretoepassing: 500 euro per kalenderdag
5° voor het uitdelen of verspreiden van prospectussen, flyers, leaflets, promo-artikelen, gadgets of andere reclameartikelen : 500,00 euro per kalenderdag.
Breuken van dagen worden als volledige dagen geteld.
Deze tarieven zijn cumulatief toepasbaar.
Art. 3: Zijn van de belasting vrijgesteld :
De vrijstellingen bedoeld onder b, c, d, en e worden toegestaan bij besluit van het College van burgemeester en schepenen op uitdrukkelijke voorafgaande vraag van de belanghebbende inrichting of vereniging.
Art. 4: Elke persoon, belastbaar ingevolge de voorschriften van dit reglement, is ertoe gehouden, minstens veertien kalenderdagen vooraf, bij het gemeentebestuur daarvan schriftelijk en ondertekend melding maken met aanduiding van alle gegevens die nodig zijn tot het vaststellen van het belastingbedrag.
Art. 5: De belasting wordt zonder uitstel ingevorderd tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebrek aan onmiddellijke betaling of kwijting binnen de veertien dagen, wordt de belasting ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.