Terug
Gepubliceerd op 17/12/2025

Besluit  gemeenteraad

ma 15/12/2025 - 18:00

Vaststellen retributiereglement op het wegnemen van asurnen uit het columbarium, grafkelder of urnenveld - 2026-2031

Aanwezig: Koen Ringoot, voorzitter
Sander Loones, burgemeester
Patricia Vandenbroucke, Greet Verhaeghe, Björn Cools, Kirke Hillewaere, Lore Dezutter, schepenen
Stéphanie Anseeuw, Ivan Vancayseele, Bieke Dalle, Elwin Van Herck, Adelheid Hancke, Bart Pieters, Alain De Coster, Julie Paelinck, Dirk Decorte, Eddy Blomme, Danny Geryl, Dominique Vanbillemont, Jeroen Thieren, Siegline Driesse, Elke Pillen, Katleen Calcoen, Carlos Vanden Bussche, Cindy Vlaminck, Greta Cambier, raadsleden
Joeri Stekelorum, algemeen directeur
Verontschuldigd: Peter Hillewaere, schepen

Gelet de het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, en latere wijzigingen;

Gelet op artikel 41, 2de lid, 14° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

Overwegende dat het billijk is dat de aanvrager van de dienstverlening om een asurne weg te nemen uit een grafkelder, columbarium of urnenveld instaat voor de kosten die ermee gepaard gaan, met inbegrip van de eventuele kosten van een externe gespecialiseerde firma;

Publieke stemming
Aanwezig: Koen Ringoot, Sander Loones, Patricia Vandenbroucke, Greet Verhaeghe, Björn Cools, Kirke Hillewaere, Lore Dezutter, Stéphanie Anseeuw, Ivan Vancayseele, Bieke Dalle, Elwin Van Herck, Adelheid Hancke, Bart Pieters, Alain De Coster, Julie Paelinck, Dirk Decorte, Eddy Blomme, Danny Geryl, Dominique Vanbillemont, Jeroen Thieren, Siegline Driesse, Elke Pillen, Katleen Calcoen, Carlos Vanden Bussche, Cindy Vlaminck, Greta Cambier, Joeri Stekelorum
Voorstanders: Sander Loones, Patricia Vandenbroucke, Greet Verhaeghe, Björn Cools, Kirke Hillewaere, Lore Dezutter, Koen Ringoot, Stéphanie Anseeuw, Ivan Vancayseele, Bieke Dalle, Elwin Van Herck, Adelheid Hancke, Bart Pieters, Alain De Coster, Julie Paelinck, Dirk Decorte, Eddy Blomme, Danny Geryl, Dominique Vanbillemont, Jeroen Thieren, Siegline Driesse, Elke Pillen, Katleen Calcoen, Carlos Vanden Bussche, Cindy Vlaminck, Greta Cambier
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
besluit

Art. 1: Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 is de aanvrager van de dienstverlening tot verwijdering van een asurne uit een grafkelder, columbarium of urnenveld een retributie verschuldigd aan de gemeente volgens de bepalingen van dit besluit. 


Art. 2: De retributie bedraagt steeds 125 euro per verwijderde asurne. Deze retributie wordt verhoogd met de kosten van de begrafenisondernemer of het grafzerkenbedrijf wanneer de tussenkomst van dergelijke gespecialiseerde onderneming vereist is teneinde grafschade te voorkomen. Inzake verwijdering van een asurne uit een grafkelder of urnenveld kan steeds de tussenkomst van een gespecialiseerde firma vereist zijn.
Eenzelfde retributie geldt voor de ontgraving van asurnen van huisdieren.

 

Art. 3: De aanvrager consigneert de retributie bij de aanvraag tot verwijdering. Hiertoe wordt aan de aanvrager een kostennota overgemaakt met verzoek de retributie van 125 euro verhoogd met het vermoedelijke bedrag van de kosten van de gespecialiseerde firma te betalen op een rekening geopend door het Gemeentebestuur.
De verwijdering van de asurne kan niet plaatsvinden vooraleer de consignatie is gebeurd.
De consignatie brengt geen intresten op ten voordele van degene die ze stelt.
De aanvraag vervalt indien de retributie niet geconsigneerd is binnen de dertig kalenderdagen na verzending van de kostennota.

 

Art. 4: Wanneer de asurne verwijderd is, wordt de retributie definitief vastgesteld door de gemeente en verrekend met de al dan niet reeds betaalde geconsigneerde som.
De afrekening van de werkelijke kosten van de gespecialiseerde firma gebeurt door verzenden van een bijkomende kostennota indien de werkelijke kosten hoger zijn dan het geconsigneerde bedrag, verminderd met de retributiekost van 125 euro. Indien de werkelijke kosten van de gespecialiseerde firma lager zijn dan het geconsigneerde bedrag, verminderd met de retributiekost van 125 euro, dan wordt het teveel geconsigneerde terugbetaalt aan de aanvrager.
De betalingstermijn voor openstaande retributie bedraagt 30 kalenderdagen na het verzenden ervan.

 

Art. 5: Invorderingsprocedure en eventuele betwisting van de schuldvordering

§1. De schuldvorderingen moeten betaald worden voor de vervaldag vermeld op de factuur/kostennota..

§2. De gebruiker van de dienst waarvoor de retributie wordt geheven, die niet akkoord gaat met de toegestuurde schuldvordering beschikt over een termijn van vijftien kalenderdagen, volgend op de datum van verzending van de schuldvordering/factuur/kostennota, om zijn niet-akkoord met de toegestuurde schuldvordering schriftelijk en gemotiveerd in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat erover beslist rekening houdend met dit reglement.

Indien de gebruiker van de dienst waarvoor de retributie wordt geheven, geen beroep instelt bij het schepencollege, dan wordt de schuldvordering als onbetwist en opeisbaar beschouwd in de zin van artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

§3.  Vervolg van de procedure tot de volledige betaling van de retributie en eventuele administratiekosten:

  1. Er worden maximaal twee niet aangetekende maningen verstuurd. Deze zijn te voldoen binnen de zeven kalenderdagen volgend op de verzending ervan.
  2. Voorafgaand aan de gedwongen procedure via dwangbevel, wordt één aangetekende aanmaning verstuurd. Deze is te voldoen binnen de zeven kalenderdagen volgend op de verzending ervan.

§4. Bij gebreke aan minnelijke betaling, wordt een dwangbevel overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur opgemaakt door de gemeentelijke financieel directeur. Het dossier wordt overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder zet de invordering minnelijk en indien nodig gerechtelijk verder.

De kosten, rechten en uitschotten blootgesteld in alle fasen van de invordering worden berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 november 1976, en latere wijizgingen, dat het tarief vastlegt van de akten verricht door de gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van sommige toelagen

§5. Alle invorderingskosten zijn integraal verschuldigd door de in gebreke blijvende schuldenaar van de retributie.

§6. In geval van betaling wordt de ontvangen som eerst aangerekend op de invorderings- en administratiekosten en vervolgens op de openstaande som van de schuldvordering/retributie


Art. 6: Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 tot goedkeuring van retributiereglement op de wegname van asurnen uit een columbarium, urnenveld of graf wordt opgeheven met ingang vanaf 1 januari 2026.