Gelet op het decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder op het artikel 2, 40, 41 en 286;
Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (Vlarema), in het bijzonder op het artikel 5.1.3. en op bijlage 5.1.4.;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 mei 2023 tot goedkeuring van het Uitvoeringsplan huishoudelijk en gelijkaardig bedrijfsafval 2023-2030 (Lokaal Materialenplan) en latere wijzigingen;
Gelet op het algemeen politiereglement van de gemeente Koksijde;
Overwegende dat de verwerking van o.a. grofvuil milieubelastend is en grote kosten met zich mee brengt;
Overwegende dat de totale hoeveelheid restafval in Koksijde met 40% verminderde sinds 2009, dat het invoeren van de gedifferentieerde tarifering op het Milieupark in 2016 er toe leidde dat de hoeveelheid grofvuil die werd aangebracht op het Milieupark Koksijde met meer dan 60% verminderde, dat wie goed sorteert op deze manier beloond wordt en minder betaalt dan wie minder nauwgezet omspringt met afval, dat het aangewezen is om dit verder te zetten;
Overwegende dat de gemeente blijft inzetten op het verminderen van de hoeveelheid afval die verbrand moet worden;
Overwegende dat het verplicht is om de kosten gelinkt aan het huishoudelijk restafval aan te rekenen volgens het principe 'de vervuiler betaalt' zoals voorgeschreven in het Materialendecreet en het uitvoeringsbesluit Vlarema gezien dit aanzet tot het voorkomen van restafval en beter sorteren;
Overwegende dat daartoe in Vlaanderen een tarievenvork werd vastgelegd met minima- en maximabedragen voor de variabele invulling van de tarifering voor bepaalde afvalfracties, dat de bedragen van deze tariefvork voor grofvuil elk jaar worden getoetst aan de evolutie van de gezondheidsindex en op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van september van het voorgaande jaar jaarlijks op 1 januari worden geïndexeerd; dat lokale besturen verplicht zijn om hun tarieven op deze geïndexeerde tarievenvork af te stemmen, dat het voorgestelde tarief hieraan voldoet;
Overwegende dat het aanbrengen van hechtgebonden asbesthoudend materiaal wordt gefaciliteerd met een nultarief tot en met 200 kg per huishouden per jaar (cfr. doelstellingen asbestveilig Vlaanderen);
Overwegende dat de IVVO haar gemeenten-vennoten adviseert om de afvaltarieven maximaal te uniformiseren en desgevallend te vereenvoudigen, dat de werkwijze met slechts drie verschillende tarieven op het Milieupark Koksijde eenvoudig - en intussen ook goed ingeburgerd - is, dat er over het voorstel werd terug gekoppeld met de buurgemeenten van de cluster kust binnen de IVVO;
Overwegende de financiële toestand van de gemeente;
Art. 1: Er wordt voor een termijn met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 een retributie geheven op het aanbrengen van bepaalde materialen, met name de soorten grofvuil, asbesthoudend materiaal en inert bouwafval, op het gemeentelijk Milieupark te Koksijde, afkomstig van particuliere huishoudens.
Art. 2: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Grofvuil: alle afvalstoffen ontstaan door de normale werking van een particulier huishouden die door hun omvang, aard en/of gewicht niet in het recipiënt voor de inzameling aan huis kunnen geborgen worden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen.
Asbesthoudend materiaal: hechtgebonden asbestcement (vb. eternit),
Inert bouwafval: steenpuin, keramiek en porselein, gipsafval en vlak glas.
Art. 3:
§1. Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
a. Voor grofvuil: 0,25 euro/kg,
b. Voor asbesthoudend materiaal:
- 0,00 euro/kg tot en met 200 kg per huishouden per jaar,
- 0,13 euro/kg vanaf 201 kg per huishouden per jaar,
c. Voor inert bouwafval: 0,055 euro/kg,
§2. Het bedrag per kg voor grofvuil is gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemt overeen met de index van 30 september 2025. Deze kost zal jaarlijks op 1 januari aangepast worden op basis van de gezondheidsindex van de maand september die aan de aanpassing vooraf gaat. De berekening gaat als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de gezondheidsindex die van toepassing was op 30 september van het jaar dat vooraf gaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de gezondheidsindex die van toepassing was op 30 september 2025. Het zo verkregen getal wordt afgerond tot twee decimalen na de komma. het derde decimaal uit de voormelde berekening wordt altijd naar boven afgerond. Indien het verkregen getal lager is, dan wordt het bedrag niet aangepast.
Art. 4:
§1. De retributie is verschuldigd door elke aanvoerder van de hierboven vermelde huishoudelijke materialen in de betaalzone van het gemeentelijk Milieupark en wordt geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO, in opdracht en voor rekening van de gemeente Koksijde. Inwoners en tweede verblijvers met de Belgische nationaliteit hebben toegang met hun eID. Een toegangskaart kan ook bij de klantendienst van IVVO worden aangevraagd mits betaling van de bijhorende factuur van 8 euro incl. btw voor particulieren en 8 euro excl. btw (of 16 euro excl. btw voor een gepersonaliseerde versie) voor bedrijven die vergelijkbaar bedrijfsafval willen aanbrengen op de gratis zone.
§2. De aanvoerder duidt de desbetreffende materiaalsoort aan op de zuil bij de ingaande weegbrug van de betaalzone. Een brutoweging wordt geregistreerd. Na uitladen van het aangeduide materiaal rijdt de bezoeker naar de uitgaande weegbrug voor een tarraweging. Het verschil tussen bruto- en tarragewicht is het aangeleverde gewicht van het desbetreffende materiaal, geregistreerd volgens een veelvoud van 10 kg of een veelvoud van 5 kg voor gewichten lager dan 7 ton, waarop de retributie wordt toegepast. Indien de aanbieder meerdere betalende materiaalsoorten heeft, is hij verplicht om deze handelingen voor elke materiaalsoort te herhalen.
§3. Per betalende materiaalsoort wordt een minimum aangerekend van 5 kg.
§4. Het verschuldigde bedrag dient vereffend aan de betaalzuil via betaalkaart (alleen bancontact, geen kredietkaart) of door het storten van een provisie op een vaste rekening van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO. Indien de provisierekening ontoereikend is, kan de bezoeker zijn provisierekening aanzuiveren bij voorkeur via betaalkaart (bv. aan de betaalzuil op het park) of via het online klantenportaal van de IVVO ('Mijn IVVO' - terug te vinden via de website van de IVVO). Betaling in cash is enkel mogelijk op de IVVO Klantendienst, Bargiestraat 6 te 8900 Ieper tijdens de kantooruren.
§5. Er wordt enkel krediet toegestaan wanneer betaling op het Milieupark door uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO stuurt in opdracht en voor rekening van de gemeente Koksijde een schuldvordering teneinde het krediet aan te zuiveren.
§6. Indien schuldvorderingen onbetaald blijven, zal de toegang tot het Milieupark aan de in gebreke blijvende schuldenaar worden geweigerd.
§7. Indien de schuldvordering verstuurd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO onbetaald blijft, wordt de invorderingsprocedure verder gezet door de financiële dienst van de gemeente Koksijde volgens de bepalingen in art. 5 van dit reglement.
Art. 5: Invorderingsprocedure en eventuele betwisting van de schuldvordering
§1. De schuldvorderingen moeten betaald worden voor de vervaldag vermeld op de factuur/kostennota.
§2. De gebruiker van de dienst waarvoor de retributie wordt geheven, die niet akkoord gaat met de toegestuurde schuldvordering beschikt over een termijn van vijftien kalenderdagen, volgend op de datum van verzending van de schuldvordering/factuur/kostennota, om zijn niet-akkoord met de toegestuurde schuldvordering schriftelijk en gemotiveerd in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat erover beslist rekening houdend met dit reglement.
Indien de gebruiker van de dienst waarvoor de retributie wordt geheven, geen beroep instelt bij het schepencollege, dan wordt de schuldvordering als onbetwist en opeisbaar beschouwd in de zin van artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
§3. Vervolg van de procedure tot de volledige betaling van de retributie en eventuele administratiekosten:
§4. Bij gebreke aan minnelijke betaling, wordt een dwangbevel overeenkomstig artikel 177 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur opgemaakt door de gemeentelijke financieel directeur. Het dossier wordt overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder zet de invordering minnelijk en indien nodig gerechtelijk verder.
De kosten, rechten en uitschotten blootgesteld in alle fasen van de invordering worden berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 november 1976 dat het tarief vastlegt van de akten verricht door de gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van sommige toelagen
§5. Alle invorderingskosten zijn integraal verschuldigd door de in gebreke blijvende schuldenaar van de retributie.
§6. In geval van betaling wordt de ontvangen som eerst aangerekend op de invorderings- en administratiekosten en vervolgens op de openstaande som van de schuldvordering/retributie.
Art. 6: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de heer gouverneur, de heer financieel directeur van de gemeente Koksijde, de dienst Milieu & Duurzame Ontwikkeling, de OVAM en het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVVO