Terug
Gepubliceerd op 03/08/2021

Besluit  college van burgemeester en schepenen

ma 26/07/2021 - 14:30

Geen aktename van archeologienota Vooronderzoek Koksijde Leopold II-laan (ID 19522)

Aanwezig: Dirk Dawyndt, schepen-voorzitter
Stéphanie Anseeuw, Guido Decorte, Dorine Geersens, schepenen
Joeri Stekelorum, algemeen directeur
Verontschuldigd: Marc Vanden Bussche, burgemeester
Lander Van Hove, Ivan Vancayseele, schepenen

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 56 §3, 7°;

Gelet op het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, art. 3.2.1.; 5.4.1. t.e.m. 5.4.3.; art. 5.4.9.;

Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, art. 5.4.5. & 5.4.6.;

Gelet op het Ministerieel Besluit van 20 maart 2017 waarin minister Bourgeois, bevoegd voor onroerend erfgoed, de gemeente Koksijde als onroerenderfgoedgemeente heeft erkend;

Gelet op het decreet houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedecreet van 13 juli 2018, art. 3.2.1.; 5.4.1. t.e.m. 5.4.3.; art. 5.4.9.;

Gelet op het besluit houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 14 december 2018, art. 5.4.5. & 5.4.6;

Gelet op het indienen van de archeologienota voor aktename op 14 juli 2021 door David Janssens (Adede Search & Recovery) voor het project Vooronderzoek Koksijde Leopold II-laan (ID 19522). De geplande werken omvatten de realisatie van meergezinswoningen met handelspand (totale oppervlakte: ca. 3680 m²): een handelspand met ondergrondse parkeergarage (ca. 1900 m²) en bereikbaar met autolift vanuit de Victor Demeyerstraat, drie aparte studio’s (182 m²), drie aparte nutsgebouwen (nutsgebouwen op 32 m²; afvalberging op 10 m²; fietsenberging op 19,2 m²) met een laad- en losplaats tussenin en een parking met 23 parkeerplaatsen (514,8 m²) met toegang in de Leopold-II-laan en uitgang in de Schelpendreef. Er wordt ook een groenstrook met talud voorzien. Voor dit project dienen de bestaande verhardingen en de bestaande interbellumgebouwen (een cottage geïntegreerd in een supermarkt en een vervallen cottage) worden uitgebroken en gesloopt. De werken gaan gepaard met aanzienlijke bodemingrepen (tot een diepte van 3,9 m TAW). 

 

Overwegende het advies van de gemeentearcheoloog Alexander Lehouck van 15 juli 2021:

"Het plangebied situeert zich in een door duinzand afgedekt landschap, met huidig maaiveld op ca. 7,00 m TAW. Er dient rekening gehouden met verstoringen tot minstens +3,9 m TAW. In de directe nabijheid van het projectgebied zijn weinig archeologische gegevens bekend. Op basis van recente archeologische onderzoeksresultaten in Oostduinkerke-dorp en directe omgeving kan mogelijk worden uitgegaan van minstens twee archeologische niveaus. Landschappelijk booronderzoek (5 mechanische boringen) geven aan dat dit ook voor het projectgebied van toepassing is. Uit de boorbeschrijvingen, uitgevoerd door Geosonda, stellen we een met duinzand afgedekt landschap vast. Helaas worden de boorbeschrijvingen door de indiener volledig verkeerd begrepen (de archeologisch relevante lagen werden niet herkend, waardoor ze niet of foutief zijn aangeduid). Op die manier kan noch een goede inschatting van het archeologisch potentieel worden gemaakt, noch een goed programma van maatregelen worden uitgewerkt. In de nabije omgeving, ter hoogte van het plangebied of ten zuiden ervan, moet een verdwenen getijdengeul worden gelokaliseerd, parallel aan de kustlijn, zo blijkt o.m. uit cartografisch onderzoek. Voor de periode van de middeleeuwen of ouder beschikken we over een resem gegevens in de ruime omgeving, waardoor ook binnen het plangebied mogelijk archeologisch potentieel aanwezig kan zijn uit de romeinse tijd, de vroege, volle en/of late middeleeuwen. Voor de periode van de 18de tot midden 19de eeuw beschikken we over gegevens die aantonen dat het plangebied zich middenin de duinen of in weiland/graasland bevindt, waardoor de archeologische verwachting voor de post-middeleeuwse periode zeer laag wordt ingeschat. Loopgravenkaarten en historische luchtfoto’s geven aan dat er potentieel is op WOI-relicten: er is een bevoorradingsspoorlijn herkend; er zouden ook barakken en sporen van Duitse bombardementen aanwijsbaar zijn (helaas onvoldoende onderbouwd; en niet zichtbaar op het beeldmateriaal, meegegeven in het rapport). Tijdens het interbellum, vermoedelijk de late 1920-er jaren, zijn binnen het plangebied twee villa’s in cottagestijl gebouwd (één van beide kan gedateerd worden tussen 1918 en 1933).

Samenvattend kunnen we stellen dat we voor de periode van de 18de- tot midden 19de eeuw over voldoende informatie beschikken om de afwezigheid van een archeologische site met hoge waarschijnlijkheid aan te geven. Voor de periode van WOI en WOII is er mogelijk archeologisch potentieel, maar zijn nog onvoldoende inzichten. Ook voor de middeleeuwse periode of ouder is indicatieve informatie, maar zijn te weinig gegevens om de aanwezigheid van een archeologische vindplaats te kunnen bevestigen en waarderen. Er is onvoldoende info over het kennispotentieel, waardoor verder archeologisch vooronderzoek is aangewezen. Deze motivatie rechtvaardigt de aanbeveling voor verder (voor)onderzoek (cfr. de aan het decreet gekoppelde Code van Goede Praktijk, 5.2. inzake afweging noodzaak verder vooronderzoek), zodat op basis hiervan de aan- of afwezigheid van archeologische resten en het kennispotentieel daarvan kan worden aangetoond.

Het programma van maatregelen (niet afgestemd op het verslag van resultaten!) gaat uit van een uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem. Er wordt een proefsleuvenonderzoek (2 brede proefsleuven, oost-west georiënteerd). Omdat er wordt uit gegaan van een met duinzand afgedekt landschap wordt er voor de aanleg van de proefsleuven getrapt gewerkt. Dit programma voor uitgesteld vooronderzoek is om meerdere redenen praktisch onuitvoerbaar: de diepte van de archeologisch relevante lagen zijn onvoldoende gekend (de archeologisch relevante lagen uit de boorbeschrijvingen werden niet herkend, waardoor ze niet of foutief zijn aangeduid; van welke aanlegdiepte(s) wordt uit gegaan?); de grondwaterstand is niet gekend (wat is de inschatting naar stabiliteit toe in functie van grondwatertafel en aanlegdiepte(s)? In hoeverre moet er bemaling worden voorzien?); de oriëntatie van de proefsleuven, wat wel van belang kan zijn om tot goede resultaten te komen, wordt hier niet gemotiveerd. Kortom, de strategie voor het proefsleuvenonderzoek dient herzien.

Voorstel van beslissing: geen aktename. Het landschappelijk booronderzoek dient opnieuw geïnterpreteerd, de synthese van het rapport van resultaten herschreven en het programma van maatregelen herwerkt."

besluit/voorstel van beslissing

Art. 1: Er wordt geen akte genomen van de archeologienota aangaande Vooronderzoek Koksijde Leopold II-laan (https://id.erfgoed.net/archeologie/notas/19522) (Koksijde, Afdeling 5, Sectie A, percelen 047/00A en 048/000).

Art. 2: Deze archeologienota vervangt de eerder ingediende archeologienota ID 18776 voor dit project waarvan geen akte was genomen op 7 juni 2021.

Art. 3: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst Stedenbouw, het Abdijmuseum, de dienst Cultuur en Erfgoed, aan de erkend archeoloog die het dossier indiende en de bouwheer.