Terug
Gepubliceerd op 07/09/2021

Besluit  college van burgemeester en schepenen

ma 30/08/2021 - 09:30

Aktename van de archeologienota te Koksijde Leopold-II-laan 98 (ID 19866)

Aanwezig: Marc Vanden Bussche, burgemeester
Stéphanie Anseeuw, Guido Decorte, Lander Van Hove, Dorine Geersens, Dirk Dawyndt, Ivan Vancayseele, schepenen
Joeri Stekelorum, algemeen directeur

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 56 §3, 7°;

Gelet op het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, art. 3.2.1.; 5.4.1. t.e.m. 5.4.3.; art. 5.4.9.;

Gelet op het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, art. 5.4.5. & 5.4.6.;

Gelet op het Ministerieel Besluit van 20 maart 2017 waarin minister Bourgeois, bevoegd voor onroerend erfgoed, de gemeente Koksijde als onroerenderfgoedgemeente heeft erkend;

Gelet op het decreet houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedecreet van 13 juli 2018, art. 3.2.1.; 5.4.1. t.e.m. 5.4.3.; art. 5.4.9.;

Gelet op het besluit houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 14 december 2018, art. 5.4.5. & 5.4.6;

Gelet op het indienen van de archeologienota voor aktename op 27.08.2021 door David Janssens (Adede Search & Recovery) voor het project Koksijde Leopold II-laan 98 (ID 19866). De geplande werken omvatten de realisatie van meergezinswoningen met handelspand (totale oppervlakte: ca. 3680 m²): een handelspand met ondergrondse parkeergarage (ca. 1900 m²) en bereikbaar met autolift vanuit de Victor Demeyerstraat,  drie aparte studio’s (182 m²), drie aparte nutsgebouwen (nutsgebouwen op 32 m²; afvalberging op 10 m²; fietsenberging op 19,2 m²) met een laad- en losplaats tussenin en een parking met 23 parkeerplaatsen (514,8 m²) met toegang in de Leopold-II-laan en uitgang in de Schelpendreef. Er wordt ook een groenstrook met talud voorzien. Voor dit project dienen de bestaande verhardingen en het bestaand gebouw (een supermarkt) uitgebroken en gesloopt. De werken gaan gepaard met aanzienlijke bodemingrepen (tot een diepte van 3,9 m TAW).

 

Overwegende het positief advies van de gemeentearcheoloog Alexander Lehouck van 27.08.2021:

Het plangebied situeert zich in een door duinzand afgedekt landschap, met huidig maaiveld op ca. 7,00 m TAW. Er dient rekening gehouden met verstoringen tot minstens +3,9 m TAW. In de directe nabijheid van het projectgebied zijn weinig archeologische gegevens bekend. Op basis van recente archeologische onderzoeksresultaten in Oostduinkerke-dorp en directe omgeving kan mogelijk worden uitgegaan van minstens twee archeologische niveaus. Landschappelijk booronderzoek (5 mechanische boringen) geven aan dat dit ook voor het projectgebied van toepassing is. Uit de boorbeschrijvingen stellen we een met duinzand afgedekt landschap vast. Een eerste archeologisch relevante laag bevindt zich aansluitend onder de bouwvoor (grens onduidelijk, wellicht door uiteenlopende bodemingrepen), een tweede relevante laag bevindt zich dieper tussen ca. 4,5 à 5,2 m TAW. In de nabije omgeving, ter hoogte van het plangebied of ten zuiden ervan, moet een verdwenen getijdengeul worden gelokaliseerd, parallel aan de kustlijn, zo blijkt o.m. uit cartografisch onderzoek. Aanwezigheid van getijdenafzettingen worden bevestigd door het booronderzoek. Voor de periode van de middeleeuwen of ouder beschikken we over een resem gegevens in de ruime omgeving, waardoor ook binnen het plangebied mogelijk archeologisch potentieel aanwezig kan zijn uit de romeinse tijd, de vroege, volle en/of late middeleeuwen. Voor de periode van de 18de tot midden 19de eeuw beschikken we over gegevens die aantonen dat het plangebied zich middenin de duinen of in weiland/graasland bevindt, waardoor de archeologische verwachting voor de post-middeleeuwse periode zeer laag wordt ingeschat. Loopgravenkaarten en historische luchtfoto’s geven aan dat er potentieel is op WOI-relicten: er is een bevoorradingsspoorlijn herkend; er zouden ook barakken en sporen van Duitse bombardementen aanwijsbaar zijn. Tijdens het interbellum, vermoedelijk de late 1920-er jaren, zijn binnen het plangebied twee villa’s in cottagestijl gebouwd (één van beide kan gedateerd worden tussen 1918 en 1933).

Samenvattend kunnen we stellen dat we voor de periode van de 18de- tot midden 19de eeuw over voldoende informatie beschikken om de afwezigheid van een archeologische site met hoge waarschijnlijkheid aan te geven. Voor de periode van WOI en WOII is er mogelijk archeologisch potentieel, maar zijn nog onvoldoende inzichten. Ook voor de middeleeuwse periode of ouder is indicatieve informatie, maar zijn te weinig gegevens om de aanwezigheid van een archeologische vindplaats te kunnen bevestigen en waarderen. Er is onvoldoende info over het kennispotentieel, waardoor verder archeologisch vooronderzoek is aangewezen. Deze motivatie rechtvaardigt de aanbeveling voor verder (voor)onderzoek (cfr. de aan het decreet gekoppelde Code van Goede Praktijk, 5.2. inzake afweging noodzaak verder vooronderzoek), zodat op basis hiervan de aan- of afwezigheid van archeologische resten en het kennispotentieel daarvan kan worden aangetoond.

Het programma van maatregelen gaat uit van een uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem. Er wordt een proefsleuvenonderzoek (3 brede proefsleuven, NNW-ZZO georiënteerd, haaks op de vm getijdengeul) aanbevolen. Omdat er wordt uit gegaan van een met duinzand afgedekt landschap wordt er voor de aanleg van de proefsleuven getrapt gewerkt: een eerste niveau wordt aangelegd over de volledige breedte van 4 m (aanlegdiepte tussen ca. +6,3 en 6,5 m TAW), waarna een tweede dieperliggend niveau middenin de sleuf (getrapt systeem) wordt aangelegd tussen ca. 4,5 en 5,2 m TAW. Hiervoor wordt bronbemaling voorzien, indien dat nodig zou zijn (want gwt is vastgesteld op diepte van ca. 5,5 m TAW).

besluit/voorstel van beslissing

Art. 1: Er wordt akte genomen van de archeologienota aangaande Koksijde Koksijde Leopold-II-laan 98 (ID 19866) (https://id.erfgoed.net/archeologie/notas/19866) (Koksijde, Afdeling 5, Sectie A, percelen 047/00A en 048/000).).

Art. 2: Deze archeologienota vervangt een eerder ingediende nota (ID 19747, ingediend op 13.08.2021; op diens beurt ID 19522, ingediend op 14.07.2021; op diens beurt ID 18776, ingediend op 18.05.2021), waarvan op 23.08.2021 geen akte is genomen.

Art. 2: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst Stedenbouw, het Abdijmuseum, de dienst Cultuur en Erfgoed en aan de erkend archeoloog die het dossier indiende.