Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 87-88, 90, 93, 102 en 106
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;
Overwegende dat er een akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst is ingediend bij de algemeen directeur op 24 oktober 2024;
Overwegende dat de algemeen directeur de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst ter zitting heeft overhandigd aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat de voorzitter heeft vastgesteld dat:
de voordracht gedaan is op de modelakte die de Vlaamse regering bij besluit van 21 juni 2024 heeft vastgesteld en die op de dag van de verkiezingen door het Agentschap Binnenlands Bestuur met de datumstempel van die dag ter beschikking is gesteld;
de akte ondertekend is door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen en die geïnstalleerd zijn als raadslid;
de akte ondertekend is door de meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat zijn verkozen en die geïnstalleerd zijn als raadslid;
de akte uiterlijk drie dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad aan de algemeen directeur is bezorgd.
Overwegende dat de kandidaat-voorzitter geen voorzitter of lid van het vast bureau is en volgende eed moet afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn:
“Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”;
Overwegende dat aangezien de kandidaat-voorzitter nog geen lid is van het college van burgemeester en schepenen, hij vanaf zijn eedaflegging van rechtswege als schepen wordt toegevoegd aan het college van burgemeester en schepenen;
Overwegende dat de voorgedragen kandidaat-voorzitter verkozen kan worden verklaard
art. 1: De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de ontvankelijkheid van de akte van voordracht voor de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
art. 2: De voorgedragen kandidaat-voorzitter Lore Dezutter wordt verkozen verklaard als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
art. 3: De raad voor maatschappelijk welzijn stelt vast dat Lore Dezutter, conform artikel 90, §4 van het decreet over het lokaal bestuur, de eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
art. 4: Lore Dezutter wordt van rechtswege toegevoegd als schepen aan het college van burgemeester en schepenen.