Gelet op artikel 78 lid 2, 17°/1 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Overwegende dat het wetgevend orgaan instaat voor het verlenen van de machtiging en het uittekenen van het kader, terwijl het uitvoerend orgaan zorgt voor de bepaling van de concrete invulling ervan;
Overwegende dat het OCMW Koksijde diverse activiteiten organiseert waarvoor van de deelnemers een bijdrage in de kosten wordt gevraagd, zoals onder andere het seniorenfeest, praat- en hobbynamiddagen,...;
Overwegende dat diverse OCMW-diensten occasioneel activiteiten en/of uitstappen organiseren, waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk kunnen verhaald worden op de gebruikers of deelnemers;
Overwegende dat de organisatie van deze activiteiten afhankelijk is van verschillende parameters, onder andere van de locatie en de opportuniteiten die zich stellen;
Overwegende dat het OCMW beschikt over zaal de Brug waarvoor huurprijzen moeten bepaald worden afhankelijk van de gebruikers, evenals kosten voor gebruik van de kleine keuken of van de verbruiksgoederen;
Overwegende dat de de raad voor maatschappelijk welzijn het vast bureau kan machtigen tot het vaststellen van de tarieven;
Overwegende dat het voor een efficiënte werking van het OCMW Koksijde passend is dat de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau de machtiging verleend om hiervoor de bijdrage te bepalen, in overeenstemming met de kosten; dat kortingen toegestaan kunnen worden met toepassing van het Uitpas-kansentarief;
Art. 1: Het vast bureau wordt gemachtigd om de tarieven vast te stellen voor enerzijds de huurprijs van zalen van het OCMW (oa de Brug, het keukentje en sanitair) en eventuele verbruiksgoederen als voor activiteiten georganiseerd door verschillende OCMW-diensten en voor de verbruiksgoederen die ter plaatse worden genuttigd.
Art. 2: De tarieven zijn in verhouding tot de kosten en worden afgerond tot een geheel getal om de financiële afhandeling efficiënt te houden.
Het vast bureau kan beslissen kortingen toe te passen voor het Uitpas-kansentarief (max 80%). Deze worden eveneens afgerond tot een geheel getal naar boven.
Een vrijstelling van retributie kan worden toegestaan mits uitdrukkelijke motivering door het vast bureau in haar beslissing.
Art. 3: De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Art. 4: De betaling van de retributie gebeurt contant volgens de modaliteiten ter plaatse of giraal in functie van de praktische mogelijkheden.
Art. 5: Invorderingsprocedure en kosten:
§ 1 De schuldvorderingen op factuur zijn te betalen binnen de 14 kalenderdagen volgend op de factuurdatum.
§ 2 De schuldenaar van de retributie, die niet akkoord gaat met de toegestuurde schuldvordering beschikt over een termijn van 7 kalenderdagen, volgend op de factuurdatum, om zijn niet-akkoord met de toegestuurde schuldvordering schriftelijk en gemotiveerd in te dienen bij het vast bureau, dat erover beslist rekening houdend met dit reglement. Indien de schuldenaar van de retributie, geen beroep instelt bij het vast bureau, dan wordt de schuldvordering als onbetwist en opeisbaar beschouwd in de zin van artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 3 Indien de retributie niet tijdig betaald wordt overeenkomstig art.6, §1, worden volgende kosten aangerekend voor het verzenden van een niet-aangetekende aanmaning en aangetekende zendingen die ten laste van de schuldenaar van de retributie vallen. De kosten worden als volgt vastgesteld:
§4 Bij niet-betaling van betwiste retributies dient de invordering te gebeuren via de burgerlijke rechtspleging.
§5 Bij niet-betaling kan het vast bureau eveneens de dienst waarvoor de retributie werd geheven opschorten.
Art. 6: Dit reglement treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan.