Notulen  raad voor maatschappelijk welzijn

Art. 1: De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 december 2024 en 5 december 2024 worden goedgekeurd.

Art. 1: Onder “dagelijks bestuur”, zoals opgenomen in artikel 78 tweede lid, 9° van het decreet van 22 december 2017 op lokaal bestuur moet worden verstaan:

• Verrichtingen houdende vaststelling van alle rechten/ontvangsten.
• Beslissingen tot vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten van alle uitgaven waarvan de waarde minder is dan het drempelbedrag voorzien in artikel 42 §1, 1°, a van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten,
• Beslissingen bestaande uit de herhaling van een overheidsopdracht op grond van artikel 42,§1,2° van de wet op de overheidsopdrachten, ongeacht de waarde van de herhalingsopdracht op voorwaarde dat de basisopdracht door de raad voor maatschappelijk welzijn is vastgesteld.
• Voor subsidies nav uitzonderlijke toestand (bv een tsunami in het buitenland) waarvan bedrag maximaal 1000 euro bedraagt.
• De handelingen van dagelijks bestuur hebben betrekking op de regeling van de behoeften van het dagelijks leven, de zaken van gering belang en de zaken die naar snelheid van optreden een dringend karakter vertonen. Worden eveneens beschouwd als daden van beheer over de OCMW inrichtingen en eigendommen door het vast bureau, en dus als dagelijks bestuur, de vestiging van onroerende zakelijke rechten en contracten betreffende onroerende goederen met een maximale duur van 9 jaar. In afwijking hiervan behoort het verlenen van begraafplaatsconcessies onverminderd tot het dagelijks bestuur.
• Alle beheersdaden zonder financiële impact (dit kan o.a. zijn het occasioneel ter beschikking stellen van gebouwen, lokalen en terreinen aan derden, het nemen van maatregelen tot het algemeen onderhoud van gebouwen en het nemen van beschermende maatregelen ter vrijwaring van gemeentelijke eigendommen bij gevaar,…), die niet expliciet tot de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn behoren, behoren tot het dagelijks bestuur.
• Alle beheersdaden die betrekking hebben op het aangaan van verbintenissen met financiële impact op het exploitatiebudget en die niet onder toepassing van de overheidsopdrachtenwetgeving vallen, behoren tot het dagelijks bestuur (dit is o.a. het toewijzen van huurders in huurcontracten van OCMW gebouwen, het verkopen van rollend materieel na normale gebruiksduur, het onderhoud en uitbreiding van nutsleidingen,...). Dit bevat ook de bevoegdheid om leningen aan te gaan met het oog op de financiering van de investeringsuitgaven die voorzien zijn op het financieel meerjarenplan.
• Alle beslissingen met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen aan een lopende overheidsopdracht, ongeacht of de wijze van gunnen en goedkeuren van de opdracht door de gemeenteraad of door het vast bureau is bepaald, genomen in toepassing van artikel 37 en 38 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen (KB Uitvoering).
• Worden niet onder dagelijks bestuur begrepen: exploitatiesubsidies van meer dan 1000 euro, investeringstoelagen, borgstellingen en daden van beschikking van onroerende goederen.

Art. 2: De besluiten door het vast bureau genomen met toepassing van onderhavig reglement houdende de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur, kunnen door de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn worden ingezien in de notulen van het vast bureau.

Art. 3: Deze beslissing treedt in werking op 1 februari 2025 en is geldig tot 1 februari 2031, behoudens intrekking of wijziging door de raad voor maatschappelijk welzijn .

Art. 1: Volgende financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande netto-kasstroom worden van de visumverplichting uitgesloten:
a. de financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande netto-kasstroom waarvan de waarde niet hoger is dan 5.500 euro exclusief BTW.
b. De financiële verbintenissen inzake personeelsuitgaven: de contractuele aanstellingen waarvan de duur niet meer bedraagt dan één jaar; Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie wordt de totale duur aangenomen voor de toepassing van het visum.
c. Tewerkstelling met toepassing van artikel 60, paragraaf 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
d. Een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan de werkgelegenheidsmaatregelen art 60 §7, voor maximaal vier jaar in het kader van de opdracht van het openbare centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld i hoofdstuk IV, afdeling 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Art. 2: Deze beslissing treedt in werking vanaf 01 februari 2025. De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 januari 2019 houdende vaststelling van de van visum vrijgestelde verrichtingen wordt opgeheven met ingang van 1 februari 2025.

Art. 3: Het vast bureau wordt belast met de uitvoering van deze beslissing.

Art. 4: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de diensten van het OCMW en aan de financieel directeur.